Wat is Autisme?

Sociaalcommunicatieve beperkingen en stereotiep, repetitief gedrag en specifieke interesses vormen de kernproblemen van autisme. Dit kan zich op verschillende manieren uiten en met een verschillende intensiteit of ernst voorkomen. Wat betekent dat mensen met autisme heel erg van elkaar kunnen verschillen. Vandaar dat men de term autismespectrumstoornis gebruikt om zo te verwijzen naar de verschillende manieren waarop de stoornis zich uit.

Een autismespectrumstoornis is een ontwikkelingsstoornis. Dat wil echter niet zeggen dat kinderen of volwassenen met autisme zich niet ontwikkelen. Het is aangetoond dat ze tal van dingen kunnen leren. De uitingen van de stoornis kan in de loop van de ontwikkeling van de persoon veranderen, zowel qua aard als qua intensiteit en dat ook op volwassen leeftijd.

Met de vijfde editie van de DSM werden de hoofddomeinen van drie naar twee teruggebracht:

  • Beperkingen in de sociale communicatie en interactie
  • Repetitief gedag en specifieke interesses.

Voor de meer uitgebreide beschrijving en verklaring van de kenmerken bespreken we sociale communicatie en interactie afzonderlijk.

 

kenmerken van autisme triade

 

Theorieën;

Theory of Mind;

Deze theorie gaat uit van de veronderstelling dat mentale toestanden (mental states) niet onmiddellijk observeerbaar zijn, maar dat ze dienen afgeleid te worden. Deze afleiding vereist een complex cognitief mechanisme. De bekwaamheid om mentale toestanden - zoals intenties, wensen, opvattingen, kennis enz. - toe te schrijven aan zichzelf en anderen wordt 'theory of mind' genoemd. Men ging er van uit dat deze bekwaamheid bij mensen met autisme verstoord is.

Factoren pro

    Overgenomen uit Uta Frith, 2005

Er is heel wat empirisch onderzoek voorhanden dat deze theorie ondersteunt. Vaak maakt men hierbij gebruik van een eerste-orde 'false belief' taak, die voor kinderen van 4 à 5 jaar oud normaal geen probleem mag opleveren. Hierbij gaat men na of iemand begrijpt dat iemand anders een verkeerde opvatting kan hebben over de realiteit, zoals in het welbekende Sally en Anne-experiment. In deze proef worden twee poppen getoond alsook een mand en een doos. Sally stopt een knikker in de mand terwijl Anne hierop toekijkt en gaat dan even wandelen. Ondertussen neemt Anne de knikker en stopt hem in de doos. Aan het kind wordt dan gevraagd waar Sally bij haar terugkomst de knikker zal gaan zoeken. Kinderen die een 'theory of mind'hebben, beseffen dat Sally niet in de doos zal kijken. Sally kan immers niet weten dat de knikker werd verplaatst. Kinderen die nog geen 'theory of mind'hebben, zeggen dat de knikker in de doos zit. Dit is het beeld dat ze zelf hebben.Tachtig procent van de kinderen met autisme faalde op deze taak. De overige 20% slaagde niet in een complexere tweede-orde 'false belief' taak, die voor normale 7-jarigen geen probleem vormt.

Bij een tweede-orde 'false belief' taak dient men te begrijpen dat iemand anders een verkeerde opvatting heeft over de informatie die nog iemand anders heeft. Om dit te testen, vertelt men bijvoorbeeld het volgende verhaaltje: John en Mary zien een ijskar in het park. John en Mary wandelen weg. Later vertelt men aan John en Mary dat de ijskar niet langer in het park staat maar nu aan de kerk staat. Geen van beiden weet dat de ander deze informatie heeft gekregen. Vervolgens worden vragen gesteld zoals "Waar denkt Mary dat John een ijsje is gaan kopen?"

De verstoorde ontwikkeling van deze bekwaamheid zou een verklaring bieden voor de problemen die kinderen met autisme vertonen op het vlak van perspectiefneming, pragmatiek, empathie en andere aspecten van de sociale ontwikkeling en het sociaal functioneren.

Executieve Functies;

Executieve functies of besturingsfuncties zijn denkprocessen die cruciaal zijn bij het plannen van acties en het doelgericht oplossen van een probleem. Ze omvatten ondermeer het stap-voor-stap kunnen plannen, impulscontrole, onderdrukken van voor de hand liggende maar foute reacties, aanpassen van strategieën, georganiseerd kunnen zoeken en zelfmonitoring. Tekorten in deze vaardigheden werden zowel bij volwassenen als bij kinderen met autisme aangetoond en differentieerden hen beter dan 'false belief' taken van normale leeftijdgenoten. Hoewel de denkpiste van een primair tekort in de besturingsfuncties veelbelovend lijkt - o.m. omdat ze naast vele andere aspecten van autisme, ook in staat is om repetitief gedrag te verklaren - heeft ze ook haar beperkingen. Vooral de specificiteit vormt een probleem, omdat executieve functieproblemen bij heel wat klinische groepen worden gerapporteerd, waaronder in eerste instantie ADHD. Bovendien blijken er heel wat verschillende profielen te zijn van executieve functieproblemen en zijn er wellicht personen met autisme die, alvast in testsituaties, geen duidelijke problemen vertonen op dit vlak.

Centrale Coherentie;

Geïnspireerd door het werk van Frith werd vanaf de jaren '90 in toenemende mate melding gemaakt van centrale coherentieproblemen bij personen met autisme. Uitgangspunt is de stelling dat typisch ontwikkelende mensen een neiging hebben om stimuli op een globalistische wijze te interpreteren, rekening houdend met de context. Mensen met autisme hebben daarentegen meer de neiging om de wereld in fragmenten te ervaren. Ze gaan minder snel een samenhang zien of aanbrengen in wat ze waarnemen. Door een gebrekkige centrale coherentie wordt de wereld ervaren als een chaos. De persoon met autisme zoekt veiligheid in herhalende handelingen en gaat op zoek naar routines en structuren. Hij houdt zich vast aan het gekende en heeft weerstand tegen veranderingen. Hij heeft het ook moeilijk om iets wat geleerd is van de ene situatie naar de andere over te brengen.

 De betekenis van ‘kantelen’ is afhankelijk van de context.

Het aantrekkelijke van deze theorie is dat ze niet enkel een verklaring biedt voor moeilijkheden zoals het niet herkennen van de betekenis van ambigue woorden in de context (woorden zoals regent, of kantelen, die naargelang de zin waarin ze voorkomen anders worden uitgesproken) maar ook voor een aantal onaangetaste en misschien wel superieure vaardigheden. Zo kan de goede prestatie van kinderen met autisme op de subtest blokpatronen van de WISC intelligentietest worden uitgelegd vanuit het feit dat ze onmiddellijk de afzonderlijke blokken waarnemen in de tekening en niet gehinderd worden door de 'gestalt'-waarneming van een globaal patroon. We hebben immers de neiging om globaal waar te nemen en verwaarlozen daardoor de details. Hoewel de centrale coherentieproblematiek rijkelijk gedocumenteerd is met klinische ervaringen is enige reserve toch ook hier aangewezen. De onderzoeksbevindingen zijn immers niet altijd eenduidig.

Contextblindheid

Wat we waarnemen noemen, is veel meer dan een passief proces van ontvangen van prikkels via onze zintuigen (netvlies, trommelvlies, smaakpapillen enz.). Waarnemen is een proces waarbij we actief betekenis opbouwen. En daarbij speelt context een uitermate belangrijke rol. Onze hersenen plaatsen de waargenomen prikkels in perspectief: ze gaan de betekenis van details invullen op basis van hun onderlinge samenhang en de context. Die betekenissen halen we dus niet uit de letterlijke waarneming van de specifieke details of prikkels, maar uit de context en het grotere geheel. Immers, het is die context die bepalend is voor de zinvolheid en de correctheid van de betekenis.

De wereld met zijn verschillende, wijzigende betekenissen is erg verwarrend voor kinderen met autisme. Je wordt verondersteld continu de context mee te nemen in je betekenisverlening en dat is moeilijk voor hen. Het gevolg is dat veel zaken anders, niet of verkeerd begrepen worden.

Zij vertellen...

Telkens wanneer Yassin een glas met drank ziet, neemt hij het en drinkt het in één slok leeg. Met hem langs een terras passeren is altijd een spannend avontuur en vader moet hem dan stevig bij de hand houden. Recepties, bezoekjes aan de buren en familiebijeenkomsten bezorgen Yassins ouders heel wat stress en vervelende opmerkingen ("Kan je dat kind niet eens wat manieren leren?"). Yassin is niet ongemanierd. Hij ziet alleen niet in welke context je een glas wel of niet kan leeg drinken. Nu eens mag het, dan weer niet, maar uit de glazen zelf kan je dit niet opmaken. Mogen of niet mogen zit immers vervat in de context. En die snapt Yassin niet.

Zo kwamen de dingen op mij over: in flarden, als een ketting van onsamenhangende elementen die volkomen willekeurig aan elkaar gekoppeld waren.
Donna Williams

Predictive coding hypothese

Deze hypothese stelt dat ons brein informatie verkrijgt van onze zintuigen, daarnaast doet het brein voortdurend voorspellingen en het maakt verwachtingen over wat we waarnemen. Deze voorspellingen vormen ons interne model van de realiteit die gebaseerd zijn op onze waarnemingen.

Het brein wordt dus beschouwd als een actief voorspellende machine. Wanneer de voorspelling niet overeenkomt met de realiteit treedt er een ‘predictiefout’ op. Bijvoorbeeld, de bus komt 4 minuten later dan gepland of je ziet het gezicht van een vriend vanuit een andere hoek dan gewoonlijk. Afhankelijk van de grootte van deze predicitie- of voorspellingsfout moeten we ons interne model van de realiteit aanpassen. Bij grote verschillen maken we aanpassingen, bij kleine verschillen met de realiteit is dit niet nodig. Bijvoorbeeld wanneer ik verwacht de buurman te zien nadat er werd aangebeld maar het is de buurvrouw, dan is het nuttig dat mijn interne model wordt aangepast. Zie ik het gezicht van een vriend vanuit een andere hoek, blijft het nog het gezicht van die vriend en is aanpassing niet nodig.

De predictive coding-hypothese van autisme stelt dat het brein bij mensen met autisme minder flexibel omgaat met deze predicitiefouten, waarbij ook kleine afwijkingen zwaar doorwegen. Dit zou de voorkeur voor voorspelbaarheid, moeite met veranderingen en beperkte interesses, maar ook het oog voor detail, zintuigelijke overgevoeligheid en sociale problemen kunnen verklaren.

De predicitive coding-hypothese is relatief nieuw en werd nog maar beperkt onderzocht. Verder onderzoek is nodig om te bepalen of het verschillende aspecten van autisme kan verklaren.


1_1_1_0_0_0_PierreVaisselle

Bent u op zoek naar ondersteuning voor uzelf, uw kind, uw partner of iemand anders?

Dan kunt u altijd vrijblijvend contact met ons op nemen om kennis te maken en de mogelijkheden te bespreken. Klik op onderstaande knop om naar onze contactpagina te gaan!